drama
Nederlands
Woordafbreking
- dra·ma
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘toneelstuk’ voor het eerst aangetroffen in 1778 [1]
- Afgeleid van het Griekse woord δράμα (handeling) [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | drama | drama's |
verkleinwoord | dramaatje | dramaatjes |
Zelfstandig naamwoord
drama o
- een droevige of aangrijpende gebeurtenis
- De gebeurtenis op de Konningedag van 2009 wordt beschouwd als een drama. [3]
- een bepaald soort film of toneelstuk
- Het drama werd in 1994 geschreven.
Hyponiemen
Hyponiemen
|
|
|
|
Afgeleide begrippen
|
|
|
|
|
Vertalingen
1. een droevige of aangrijpende gebeurtenis
2. een bepaald soort film of toneelstuk
Gangbaarheid
- Het woord drama staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'drama' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /drama/
Zelfstandig naamwoord
drama o
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
- dramaticky (bw.)
- dramatičnost v
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.