draaideur
Nederlands
Woordafbreking
- draai·deur
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van draai ww en deur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | draaideur | draaideuren |
verkleinwoord | draaideurtje | draaideurtjes |
Zelfstandig naamwoord
draaideur v/m
- constructie van drie of vier deurbladen die rondom een gezamenlijke verticale as kunnen draaien, ter vervanging van een gewone deur m.n. gebruikt in winkels, ziekenhuizen enz
- De draaideur is zowel links- als rechtdraaiend te plaatsen.
- (figuurlijk) ergens meermaals in- en uitgaan.
Afgeleide begrippen
- draaideurautomaat, draaideurconstructie, draaideurcriminaliteit, draaideurcrimineel, draaideurkast
Vertalingen
1. constructie van drie of vier deurbladen die rondom een gezamenlijke verticale as kunnen draaien, ter vervanging van een gewone deur m.n. gebruikt in winkels, ziekenhuizen enz.
Gangbaarheid
- Het woord draaideur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'draaideur' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.