doorzoeken
Nederlands
Woordafbreking
- door·zoe·ken
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van door en zoeken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
doorzoeken |
doorzocht |
doorzocht |
zwak -cht | volledig |
Werkwoord
doorzóéken
- overgankelijk grondig onderzoeken of zich iets ergens bevindt
- De politie doorzocht het huis van de verdachte en vond een grote hoeveelheid cocaïne.
- Hij doorzocht alle artikelen van de krant die in aanmerking kwamen maar kon niets vinden.
Vertalingen
1. grondig onderzoeken of zich iets ergens bevindt
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
doorzoeken |
zocht door |
doorgezocht |
zwak -cht | volledig |
Werkwoord
dóórzoeken
- inergatief ~ naar: voortgaan met zoeken
- Hoewel de kansen om de vermisten levend aan te treffen snel verminderden, werd er doorgezocht.
Gangbaarheid
- Het woord doorzoeken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'doorzoeken' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.