doorbraak

Nederlands

[1] doorbraak van een dijk
Uitspraak
Woordafbreking
  • door·braak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord doorbraak doorbraken
verkleinwoord doorbraakje doorbraakjes

Zelfstandig naamwoord

doorbraak v / m

  1. een plek waar een dijk of dam is doorgeslagen
    • Na die doorbraak liep de hele polder onder. 
  1. een cruciale ontdekking die de weg opent naar belangrijke ontwikkelingen
    • De ontdekking van penicilline was een grote doorbraak in de medische wetenschap. 
  1. het doorbreken, stukbreken
Synoniemen
Hyponiemen
  • [1] dijkdoorbraak, damdoorbraak
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord doorbraak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.