doellat
Nederlands
Woordafbreking
- doel·lat
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van doel zn en lat zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | doellat | doellatten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
doellat v/m
- (sport) de balk aan de bovenkant van een (voetbal)doel
- Zie ze eens fanatiek tekeer gaan op de schitterende grasmat naast het luxueuze Cornelia Diamond Hotel waar Ajax deze week overwintert. John Heitinga bemoeit zich nadrukkelijk met talent Kasper Dolberg, Lasse Schöne pijnigt zijn buikspieren en Ricardo van Rhijn trekt zich tientallen keren op aan een doellat. [1]
- In een filmpje hangt Elbersen aan een doellat. Dat heeft een reden, vertelt hij. „Mensen die mee willen doen, moeten zelf van dit soort filmpjes maken. Zeven weken lang, al hoop ik natuurlijk dat ik er met dit filmpje al ben.” [2]
Gangbaarheid
- Het woord doellat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'doellat' herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Tubantia Daniël Dwarswaard 06-01-16 Schöne: 'Natuurlijk vreet die bijrol aan me'
- Tubantia Engelbert Heideman 20-02-18 Thomas uit Oldenzaal ziet Robinson-winnaar Carlos als grote voorbeeld
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.