doelpaal

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • doel·paal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord doelpaal doelpalen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

doelpaal m [1]

  1. (sport) paal die een doel begrenst

Gangbaarheid

  • Het woord doelpaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.