documentaire
Nederlands
Woordafbreking
- do·cu·men·tai·re
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘film waarin feiten worden vastgelegd’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1963 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | documentaire | documentaires |
verkleinwoord | documentairetje | documentairetjes |
Zelfstandig naamwoord
documentaire m
- een op waarheid beruste film
- Op National Geographic worden veel documentaires uitgezonden.
Afgeleide begrippen
- documentair, document, televisiedocumentaire, radiodocumentaire
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord documentaire staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'documentaire' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.