deurbel
![](../I/m/Doorbell_(Wheaton%2C_MD).jpg)
Deurbel
Nederlands
Woordafbreking
- deur·bel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van deur en bel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | deurbel | deurbellen |
verkleinwoord | deurbelletje | deurbelletjes |
Zelfstandig naamwoord
deurbel v/m
- een instrument waarmee bezoekers aangeven dat ze aan de deur staan
- Omdat de radio hard stond kon hij de deurbel niet horen.
Vertalingen
1. een instrument waarmee bezoekers aangeven dat ze aan de deur staan
Gangbaarheid
- Het woord deurbel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'deurbel' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.