determineren
Nederlands
Woordafbreking
- de·ter·mi·ne·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘bepalen’ voor het eerst aangetroffen in 1498 [1]
- afgeleid van het Franse déterminer (met het voorvoegsel de- en met het achtervoegsel -eren) [2] [3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
determineren |
determineerde |
gedetermineerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
determineren overgankelijk
- bepalen, vaststellen
- identificeren op basis van de kenmerken
- (filosofie) bijzondere kenmerken toevoegen aan (een algemeen begrip)
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord determineren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'determineren' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.