determineerde
Nederlands
Woordafbreking
- de·ter·mi·neer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
determineren |
determineerde
- enkelvoud verleden tijd van determineren
- Ik determineerde.
- Jij determineerde.
- Hij, zij, het determineerde.
- Ik determineerde.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.