hetzelfde
Nederlands
Woordafbreking
- het·zelf·de
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘aanwijzend voornaamwoord’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
- samenstelling van het en zelfde [2]
Aanwijzend voornaamwoord
hetzelfde
- de gelijke identiteit bezittend; onzijdig enkelvoud, zowel zelfstandig als bijvoeglijk gebruikt
- Dit is hetzelfde boek dat ik gisteren zat te lezen.
- Hij heeft weer hetzelfde gedaan als vorige week.
Uitdrukkingen en gezegden
- voor hetzelfde geld
Vertalingen
1. de gelijke identiteit bezittend; onzijdig enkelvoud, zowel zelfstandig als bijvoeglijk gebruikt
Gangbaarheid
- Het woord hetzelfde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hetzelfde' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.