derrie
Nederlands
Woordafbreking
- der·rie
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘grondsoort, vuil’ voor het eerst aangetroffen in 1343 [1]
- onderste van een veenlaag [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | derrie | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
derrie v/m [3]
- iets wat heel vies en smerig is lijkend op stront, braaksel of andere viezigheid
- Het internet, dat biedt zoveel kansen. Oké, je krijgt ‘ook een heleboel derrie’ over je heen. Maar excessen worden aangepakt, zoals vorige week toen de Amsterdamse politierechter allerlei racistische uitingen tegen Sylvana Simons moest beoordelen. Alleen aansprakelijkheid van Google zélf of Facebook, nee, dat is nog niet goed denkbaar.[4]
- Zo werd Van Oostveens toezegging aan Blind een vervloekte verstrengeling na het ontslag van Guus Hiddink. Maar van Blind noch Van Oostveen werd afscheid genomen na het EK-echec. Blind mag de mede door hem in de modder gestuurde kar Oranje zodoende zelf uit de derrie trekken, met de aanzienlijke taak om het Nederlands elftal naar het WK 2018 in Rusland te loodsen. [5]
Gangbaarheid
- Het woord derrie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'derrie' herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
26 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "derrie" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- derrie op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Folkert Jensma 22 april 2017
- NRC Bart Hinke 30 augustus 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.