degen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·gen
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘stootwapen’ voor het eerst aangetroffen in 1500 [1]
  • [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord degen degens
verkleinwoord degentje degentjes

Zelfstandig naamwoord

degen m

  1. (sport) het zwaarste van de steekwapens gebruikt bij het schermen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • de degen aangespen
de strijd beginnen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord degen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Zelfstandig naamwoord

degen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord deeg

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.