curve
Nederlands
Woordafbreking
- cur·ve
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘kromme lijn’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1777 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | curve | curven, curves |
verkleinwoord |
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord curve staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'curve' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Spaans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
curvar |
curve
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van curvar
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van curvar
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van curvar
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.