couvert
Nederlands
Woordafbreking
- cou·vert
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘briefomslag’ voor het eerst aangetroffen in 1656 [1]
- [2]
1 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | couvert | couverts |
verkleinwoord | couvertje | couvertjes |
2 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | couvert | couverten |
verkleinwoord | couvertje | couvertjes |
Zelfstandig naamwoord
couvert o
- eetgerei (bestek, tafelgerei) voor één persoon
- briefomslag, enveloppe
Gangbaarheid
- Het woord couvert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'couvert' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.