coupeur

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cou·peur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord coupeur coupeurs
verkleinwoord coupeurtje coupeurtjes

Zelfstandig naamwoord

coupeur m [2]

  1. (beroep) kleermaker
Afgeleide begrippen
  • coupeurschaar
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord coupeur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
77 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.