country
Nederlands
Woordafbreking
- coun·try
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘popmuziek uit de zuidelijke vs’ voor het eerst aangetroffen in 1975 [1]
- van het Engels [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | country | - |
verkleinwoord | - | - |
Afgeleide begrippen
- countryachtig, countryblues, countrydansen, countrymuziek, countryrock, countryzanger
Gangbaarheid
- Het woord country staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'country' herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen. |
Engels
Uitspraak
- Geluid: country (Verenigd Koninkrijk) (hulp, bestand)
- Geluid: country (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /ˈkʌntri/
Zelfstandig naamwoord
country
- land, staat.
- landelijk gebied; niet stedelijk gebied.
- (muziek) countrymuziek; een muzieksoort ontstaan in de Verenigde Staten.
Synoniemen
- -
- -
- country music
Hyponiemen
- cross-country, crosscountry
Afgeleide begrippen
- countryblues, countryclub, countryrock
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /kantr̩ɪ/
Woordafbreking
- coun·t·ry
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels.
Zelfstandig naamwoord
country v
- (muziek) countrymuziek; een muzieksoort ontstaan in de Verenigde Staten.
Verwijzingen
Verbuiging
- Onverbogen
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.