country

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • coun·try
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘popmuziek uit de zuidelijke vs’ voor het eerst aangetroffen in 1975 [1]
  • van het Engels [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord country -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

country m

  1. (muziek) countrymuziek
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord country staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
86 %van de Nederlanders;
85 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
country countries

Zelfstandig naamwoord

country

  1. land, staat.
  2. landelijk gebied; niet stedelijk gebied.
  3. (muziek) countrymuziek; een muzieksoort ontstaan in de Verenigde Staten.
Synoniemen
  1. -
  2. -
  3. country music
Hyponiemen
  • cross-country, crosscountry
Afgeleide begrippen
  • countryblues, countryclub, countryrock


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /kantr̩ɪ/
Woordafbreking
  • coun·t·ry
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels.

Zelfstandig naamwoord

country v

  1. (muziek) countrymuziek; een muzieksoort ontstaan in de Verenigde Staten.
Verbuiging
  • Onverbuigbaar

Verwijzingen

Bijvoeglijk naamwoord

country

  1. (muziek) country-; met betrekking tot countrymuziek
Verbuiging
  • Onverbogen
Synoniemen
  • countryový

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.