cottage

Nederlands

Een cottage in Harpford (VK) .
Uitspraak
  • Geluid:  cottage    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkɔtɪtʃ/
Woordafbreking
  • cot·tage
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cottage cottages
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

cottage v

  1. klein, eenvoudig huis op het platteland
    • In de zaak Rose Keller gaat het om een 36-jarige weduwe die door De Sade op straat wordt aangesproken, onder valse voorwendselen wordt meegelokt en in de beslotenheid van zijn cottage in Arceuil onbarmhartig wordt gegeseld. [1]
Verwante begrippen
  • cottagecheese, cottagestijl

Gangbaarheid

  • Het woord cottage staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
84 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudfranse woord cote (hut) met het Franse achtervoegsel -age.
enkelvoud meervoud
cottage cottages

Zelfstandig naamwoord

cottage

  1. hut
  2. huisje
  3. buitenhuis
  4. vakantiebungalow, vakantiehuisje, vakantiewoning
  5. arbeiderswoning
  6. optrekje
  7. dorp
  8. (het) buiten
Afgeleide begrippen
  • [1]: allotment-garden cottage
  • [1]: cottage cheese
  • [1]: cottage industry
  • [1]: cottage pie
  • [1]: cottage pink (Dianthus plumarius)
  • [1]: cottage cheese
  • [1]: cottage tulip
  • [1]: cottager
  • [1]: fisherman's cottage
  • [1]: gingerbread cottage
  • [1]: stone cottage
  • [1]: summer cottage
  • [1]: timber cottage
  • [1]: weekend cottage
  • [1]: witch's cottage
  • [7]: cottage dweller
Uitdrukkingen en gezegden
  • humble cottage
een povere hut
  • modest little cottage
een bescheiden huisje
  • sequestered cottage
een afgelegen hut
  • sorry cottage
een armoedige hut
  • thatched cottage
een landhuis met strodak
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.