contactpersoon

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
  • con·tact·per·soon
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord contactpersoon contactpersonen
verkleinwoord contactpersoontje contactpersoontjes

Zelfstandig naamwoord

contactpersoon m

  1. (communicatie) de persoon waarmee men contact heeft
    • De contactpersoon liet niets meer van zich horen. 
Vertalingen
    1.   

Gangbaarheid
  • Het woord contactpersoon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.