construir

Catalaans

stamtijd
tegenw.
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
construeixo construïa construït
3e vervoeging volledig

Werkwoord

construir

  1. bouwen, maken, in elkaar zetten, aanleggen
  2. vormen, construeren
  3. bedenken, verzinnen


Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • cons·truir
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
construir
construía
construido
volledig

Werkwoord

construir

  • overgankelijk
  1. (bouwkunde) bouwen, maken, ineenzetten, aanleggen (van wegen)
  2. (taalkunde) vormen, construeren
  3. bedenken, verzinnen
  1. «construir una teoría»
    een theorie bedenken
Synoniemen
Verwante begrippen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.