conditie
Nederlands
Woordafbreking
- con·di·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘voorwaarde, toestand’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1281 [1]
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘lichamelijke gesteldheid’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1898 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | conditie | condities |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
conditie v
- gezondheidstoestand
- Het komt niet alleen aan op je lichamelijke conditie, geestelijk is het ook erg belastend.
- Ik ben bezig mijn conditie op te vijzelen.
- voorwaarde
- In de overeenkomst staat onder welke condities de koop plaatsvindt.
Hyponiemen
- preconditie, topconditie, basisconditie, beginconditie, marktconditie, verkoopconditie
Afgeleide begrippen
- conditietest, conditiesysteem, conditietrainer, conditieplanning, conditietraining
Verwante begrippen
- [1] condititietraining
- [2] voorwaarde, beding, bijzondere bepaling, clausule, omstandigheid
Vertalingen
1. gezondheidstoestand
2. voorwaarde
Gangbaarheid
- Het woord conditie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'conditie' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.