castraat

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cas·traat
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘mannenstem die geen stemwisseling heeft ondergaan’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • afgeleid van castreren met het achtervoegsel -aat
enkelvoud meervoud
naamwoord castraat castraten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

castraat m

  1. gecastreerde man of dier.
  2. (muziek) mannelijke sopraan- of altzanger, die als gevolg van een jeugdige castratie, de jongensstem heeft behouden.
    • In de zeventiende eeuw zongen castraten in de Sixtijnse kapel de sopraanstemmen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord castraat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
84 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.