cashewnoot
Nederlands
Woordafbreking
- ca·shew·noot
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘notensoort’ voor het eerst aangetroffen in 1968 [1]
- samenstelling van cashew en noot
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cashewnoot | cashewnoten |
verkleinwoord | cashewnootje | cashewnootjes |
Zelfstandig naamwoord
cashewnoot v/m
- (plantkunde) (voeding) Anacardium occidentale
lekkernij, eetbaar zaadje van de acajouboom
Vertalingen
1.eetbaar zaadje van de cashew
Gangbaarheid
- Het woord cashewnoot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'cashewnoot' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.