pistache

Niet te verwarren met: pastiche

Nederlands

2. een aantal pistaches
Uitspraak
  • Geluid:  pistache    (hulp, bestand)
  • IPA: /pisˈtɑʃ/
Woordafbreking
  • pis·ta·che
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘groene amandel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1608 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord pistache pistaches
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

pistache v/m

  1. (plantkunde) groene amandel, Pistacia vera
  2. (voeding) noot van de Pistacia vera
  3. (jongerentaal) het op hetzelfde moment allebei hetzelfde zeggen
    • We zeiden allebei op hetzelfde moment "bingo", dat was een pistache. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord pistache staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.