pistache
Nederlands
Woordafbreking
- pis·ta·che
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘groene amandel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1608 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pistache | pistaches |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
pistache v/m
- (plantkunde) groene amandel, Pistacia vera
- (voeding) noot van de Pistacia vera
- (jongerentaal) het op hetzelfde moment allebei hetzelfde zeggen
- We zeiden allebei op hetzelfde moment "bingo", dat was een pistache.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord pistache staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'pistache' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.