vlotter

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vlot·ter
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van vlotten met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord vlotter vlotters
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

vlotter m [1] [2]

  1. (techniek) drijflichaam in verschillende toestellen om een niveau te bepalen en afhankelijk hiervan een proces te regelen
Hyponiemen
  • alarmvlotter, balkenvlotter, ketelvlotter, verdampervlotter
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vlotter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Bijvoeglijk naamwoord

vlotter

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van vlot

Werkwoord

vervoeging van
vlotteren

vlotter

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vlotteren
    • Ik vlotter. 
  2. gebiedende wijs van vlotteren
    • Vlotter! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vlotteren
    • Vlotter je? 

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.