calorie
Nederlands
![](../I/m/No_calorie_French_tarts_(8437229351).jpg)
caloriearme taartjes
Woordafbreking
- ca·lo·rie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘warmte-eenheid’ voor het eerst aangetroffen in 1869 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | calorie | calorieën |
verkleinwoord | calorietje | calorietjes |
Zelfstandig naamwoord
calorie v
- (thermodynamica), (eenheid), (verouderd) een eenheid van warmte, gelijk aan de warmte benodigd om een gram water een graad (Kelvin of Celsius) in temperatuur te doen stijgen, weergegeven met symbool cal
- - Later bleek een calorie aan warmte overeen te komen met 4,2 Joules aan arbeid en werd de eenheid overbodig.
- - Ik moet van de diëtiste alle calorieën tellen die ik opeet.
Hyponiemen
- gramcalorie, kilocalorie (kcal/Cal), megacalorie
Afgeleide begrippen
|
|
|
|
Vertalingen
1. een eenheid van warmte, gelijk aan de warmte benodigd om een gram water een graad C in temperatuur te doen stijgen
Gangbaarheid
- Het woord calorie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'calorie' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Engels
Naar frequentie | 5291 |
---|
Afgeleide begrippen
- calorific
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.