joule
Nederlands
Woordafbreking
- jou·le
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘praktische eenheid van elektrische arbeid, thans ook de officiële warmte-eenheid i.p.v. de calorie’ voor het eerst aangetroffen in 1909 [1]
- Vernoemd naar James Prescott Joule, een Brits natuurkundige
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | joule | joules |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
joule m
- (natuurkunde), (eenheid) de eenheid van energie (arbeid of arbeidsvermogen) in het SI-stelsel, weergegeven met symbool J
- Een joule is gelijk aan één newton maal één meter (Nm).
Afgeleide begrippen
- joule per seconde
eenheden van joule in het Nederlands (nld) |
---|
yoctojoule • zeptojoule • attojoule • femtojoule • picojoule • nanojoule • microjoule • millijoule • centijoule • decijoule • joule • decajoule • hectojoule • kilojoule • megajoule • gigajoule • terajoule • petajoule • exajoule • zettajoule • yottajoule |
Gangbaarheid
- Het woord joule staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'joule' herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.