brotar

Catalaans

stamtijd
tegenw.
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
broto brotava brotat
1e vervoeging volledig

Werkwoord

brotar

  1. uitlopen, ontspruiten


Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
brotar
brotaba
brotado
volledig

Werkwoord

brotar

  • overgankelijk
  1. doen ontspruiten, doen ontstaan
  • onovergankelijk
  1. uitlopen, opkomen, ontspruiten
  2. uitkomen, uitbotten, knoppen krijgen
  3. stromen, vloeien
  4. uitbreken, verschijnen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.