ontspruiten
Nederlands
Woordafbreking
- ont·sprui·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ontspruiten |
ontsproot |
ontsproten |
klasse 2 | volledig |
Werkwoord
ontspruiten
- ergatief een nieuwe loot vormen aan een plant of uit een zaad.
- Een bruine boon ontspruit als je deze een tijdje op een vochtig sponsje in het donker legt.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord ontspruiten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ontspruiten' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.