brandstichter
Nederlands
Woordafbreking
- brand·stich·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van brand en stichter
- Naamwoord van handeling van brandstichten met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brandstichter | brandstichters |
verkleinwoord | brandstichtertje | brandstichtertjes |
Zelfstandig naamwoord
brandstichter m
- iemand die expres brand veroorzaakt
- De brandstichters werden opgepakt en meegenomen naar het politiebureau.
Vertalingen
1. iemand die expres brand veroorzaakt
|
Gangbaarheid
- Het woord brandstichter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.