stichter

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stich·ter
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van stichten met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord stichter stichters
verkleinwoord (stichtertje) (stichtertjes)

Zelfstandig naamwoord

stichter m

  1. degene die iets grondvest
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • stichtereffect, stichteres
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord stichter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.