bouwvergunning
Nederlands
Woordafbreking
- bouw·ver·gun·ning
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bouw en vergunning
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bouwvergunning | bouwvergunningen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
bouwvergunning v
- vergunning, ingevolge de woningwet nodig voor het bouwen of verbouwen van een gebouw.
Vertalingen
1.
|
Gangbaarheid
- Het woord bouwvergunning staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.