bouwsteen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bouw·steen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bouwsteen bouwstenen
verkleinwoord bouwsteentje bouwsteentjes

Zelfstandig naamwoord

bouwsteen m

  1. steen om mee te bouwen
  2. blok uit een bouwdoos.
  3. elk onmisbaar onderdeel in figuurlijke zin gebruikt
    • Die versneller moet de opvolger worden van de Large Hadron Collider (LHC), die na aanpassingen overigens nog tot 2040 metingen kan verrichten. De LHC is het pronkstuk van de huidige deeltjesfysica, de natuurkundetak die het tot zijn missie maakt om de allerkleinste bouwsteentjes te vinden waarvan alles om ons heen is gemaakt. [1] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bouwsteen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.