bouwproject
Nederlands
Woordafbreking
- bouw·pro·ject
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bouw en project
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bouwproject | bouwprojecten |
verkleinwoord | bouwprojectje | bouwprojectjes |
Zelfstandig naamwoord
bouwproject v
- (bouwkunde) het geheel van activiteiten ter realisatie van een bouwwerk
Afgeleide begrippen
- bouwprojectleider, bouwprojectmanagement, bouwprojectplan
Verwante begrippen
- bouwproces
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord bouwproject staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bouwproject' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.