bouwmarkt
Nederlands
Woordafbreking
- bouw·markt
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bouw ww en markt
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bouwmarkt | bouwmarkten |
verkleinwoord | bouwmarktje | bouwmarktjes |
Zelfstandig naamwoord
bouwmarkt v / m
- (handel) handelsonderneming die bouwmaterialen, gereedschap en doe-het-zelfartikelen verkoopt
Gangbaarheid
- Het woord bouwmarkt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bouwmarkt' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.