bouwbedrijf
Nederlands
Woordafbreking
- bouw·be·drijf
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bouw en bedrijf
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bouwbedrijf | bouwbedrijven |
verkleinwoord | bouwbedrijfje | bouwbedrijfjes |
Zelfstandig naamwoord
bouwbedrijf o
- (economie) een bedrijf voor het bouwen van woningen, gebouwen en gelijksoortige constructies
- Kongō Gumi was een Japans bouwbedrijf dat ruim 1400 jaar heeft bestaan, en daarmee het oudste bedrijf ter wereld was.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord bouwbedrijf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bouwbedrijf' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.