bosuil
Nederlands
Woordafbreking
- bos·uil
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bos en uil [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bosuil | bosuilen |
verkleinwoord | bosuiltje | bosuiltjes |
Zelfstandig naamwoord
bosuil m
- (vogels) Strix aluco
uilensoort die zowel overdag als 's nachts kan jagen
- De bosuil heeft een bruin verenkleed met witte vlekken en strepen.
Vertalingen
1. uilensoort die zowel tijdens de dag als 's nachts kan jagen
Gangbaarheid
- Het woord bosuil staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bosuil' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.