borgtocht
Nederlands
Woordafbreking
- borg·tocht
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘overeenkomst waarbij een derde zich garant stelt’ voor het eerst aangetroffen in 1282 [1]
- samenstelling van borg ww en tocht (overeenkomst)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | borgtocht | borgtochten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
borgtocht m [2]
- Iran laat de Amerikaanse gevangenen op borgtocht vrij.
- (juridisch) een overeenkomst waarbij de borgsteller garant staat voor de schulden van de schuldenaar.
- Deze borgtocht dient als onderpand voor het nakomen van de verplichtingen van de aannemer.
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
- borgtochtelijk
Gangbaarheid
- Het woord borgtocht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'borgtocht' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.