bootreis

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • boot·reis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bootreis bootreizen
verkleinwoord bootreisje bootreisjes

Zelfstandig naamwoord

bootreis v/m

  1. een reis die je maakt met een boot
    • Vroeger maakte je een bootreis van vele weken naar Indonesië, terwijl je tegenwoordig er binnen een dag bent met een vliegtuig. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bootreis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.