bonthandel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bont·han·del
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bonthandel bonthandels
verkleinwoord bonthandeltje bonthandeltjes

Zelfstandig naamwoord

bonthandel m

  1. de handel in bont
    • Tijdens de 17de eeuw was de bonthandel zeer winstgevend. 
  1. een winkel waar bont wordt verkocht
    • Daarna was er een bonthandel gevestigd. 
Synoniemen
  • pelshandel
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord bonthandel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.