boeroeper

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • boe·roe·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boeroeper boeroepers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

boeroeper m

  1. toeschouwer die luidruchtig zijn ongenoegen laat blijken
    • Het publiek, enkele boeroepers daargelaten, bleek laaiend enthousiast. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord boeroeper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.