blusser
Nederlands
Woordafbreking
- blus·ser
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blusser | blussers |
verkleinwoord | blussertje | blussertjes |
Zelfstandig naamwoord
blusser m
- Bij de brandweer heb je verschillend functies van chauffeur tot blusser.
- (techniek) brandblusser
- Het is handig om in een keuken een blusser te hebben.
Gangbaarheid
- Het woord blusser staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'blusser' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.