bloeden

Een bloedende vinger.

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bloeden    (hulp, bestand)
  • IPA: /'bludən/
Woordafbreking
  • bloe·den
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van bloed met het achtervoegsel -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bloeden
bloedde
gebloed
zwak -d volledig

Werkwoord

bloeden

  1. inergatief het vloeien van bloed uit het lichaam
    • Het dier bloedde uiteindelijk dood. 
Hyponiemen
Uitdrukkingen en gezegden
  • moeten bloeden voor iets
heel vervelende gevolgen hebben van iets
  • Doen alsof je neus bloedt
doen alsof je van niets weet
  • Een doekje voor het bloeden (zijn)
een ontoereikende, slechts symbolische maatregel of ofwel: een smoesje zijn, niet de waarheid
  • In Defendria zeggen ze wel, dat zij machtiger zijn, maar dat is maar een smoesje, een doekje voor het bloeden, zogezegd. Ik zou wel eens willen zien wat zij van een vechtpartij terechtbrachten, als het menens werd.' [1]
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

bloeden mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bloed

Gangbaarheid

  • Het woord bloeden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Herzen, Frank De zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 123
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.