bloedeigen
Nederlands
Woordafbreking
- bloed·ei·gen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bloed en eigen
stellend | |
---|---|
onverbogen | bloedeigen |
verbogen | |
partitief | bloedeigens |
Bijvoeglijk naamwoord
bloedeigen [1]
- van je eigen (dus niet aangetrouwde) familie
- - Taxichauffeur Ramón Esteban (57) vertelt hoe hij afgelopen vrijdagavond na een zware en lange werkweek door zijn vrouw werd gewekt. „El comandante is heengegaan”, fluisterde ze in zijn oor. Sindsdien is alles onwerkelijk, zegt hij. „Het is alsof mijn bloedeigen vader is overleden. Ik ben een kind van de revolutie, ik ben trots op mijn land en ben gevormd door Fidel Castro. Het voelt alsof iemand mijn hart eruit heeft gerukt.”[2]
- - Dit tweetal krijgt een spiegeling in het koloniale verleden: hun voorvaderen vochten op Lombok, in 1896. Na die bloedige strijd, door Thijssen met gusto en kennis van zaken beschreven, vestigen zij zich voorgoed in Indië. De een als journalist, de ander als planter. Onvermijdelijk hebben deze mannen relaties met inlandse vrouwen. De vraag of de bloedeigen vader en voorvaderen wel zo bloedeigen zijn, dient zich met ontwrichtende kracht aan.[3]
Synoniemen
- nauwverwant
Gangbaarheid
- Het woord bloedeigen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bloedeigen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Nina Jurna 28 november 2016
- NRC Kester Freriks 21 november 2014
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.