blindedarm
Nederlands
Woordafbreking
- blin·de·darm
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van blinde en darm [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blindedarm | blindedarmen |
verkleinwoord | blindedarmpje | blindedarmpjes |
Zelfstandig naamwoord
blindedarm m
- (anatomie) het zakvormig uiteinde van de dikke darm, dat de dunne darm in zich opneemt (caecum)
- (anatomie) wormvormig aanhangsel van het uiteinde van de dikke darm (appendix)
- Eigenlijk is de naam blindedarmontsteking incorrect want het is het wormvormig aanhangsel en niet de blindedarm zelf die ontstoken is.
Gangbaarheid
- Het woord blindedarm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'blindedarm' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.