binnenvaart

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bin·nen·vaart
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord binnenvaart binnenvaarten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

binnenvaart v/m

  1. (scheepvaart) de scheepvaart op de binnenwateren zoals rivieren en kanalen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
binnenvaren

binnenvaart

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnenvaren
    • ... dat jij binnenvaart. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnenvaren
    • ... dat hij binnenvaart. 

Gangbaarheid

  • Het woord binnenvaart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.