bijkomen
Nederlands
Woordafbreking
- bij·ko·men
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bij en komen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bijkomen |
kwam bij |
bijgekomen |
klasse 4 | volledig |
Werkwoord
bijkomen
- ergatief het bewustzijn herkrijgen
- De patiënt kwam weer bij toen de narcose uitgewerkt raakte.
- ergatief er, daar ~: in getal of hoeveelheid toenemen
- Er is weer twee procent bijgekomen.
- ergatief rusten na hard werken of sporten
- Hij moest wel een week bijkomen na het rennen van de marathon.
Gangbaarheid
- Het woord bijkomen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bijkomen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.