bidden
Nederlands
Woordafbreking
- bid·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bidden |
bad |
gebeden |
klasse 5 | volledig |
Werkwoord
bidden
- inergatief in gebed zijn, een godheid iets vragen
- Voor het slapen bid ik altijd mijn avondgebed.
- inergatief dringend iets vragen, smeken
- Ik heb gesmeekt en gebeden bij de gemeente om eindelijk eens die gevaarlijke spoorwegovergang te sluiten.
- inergatief (ornithologie) (van vogels) klapwiekend stilhangen in de lucht
- Ik zag hoog in de lucht een valk bidden.
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. in gebed zijn, een godheid iets vragen
2. dringend iets vragen, smeken
Gangbaarheid
- Het woord bidden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bidden' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.