bidstoel
Nederlands
Woordafbreking
- bid·stoel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bid en stoel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bidstoel | bidstoelen |
verkleinwoord | bidstoeltje | bidstoeltjes |
Zelfstandig naamwoord
bidstoel m
- een stoel waarop men kan zitten en als men de zitting opklapt op kan knielen om te bidden.
- Vlak bij de biechtstoel stonden enkele bidstoelen zodat men na de biecht direkt zijn penitentie kon doen.
Gangbaarheid
- Het woord bidstoel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bidstoel' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.