voering
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: voering (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈvuː.rɪŋ/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈvuː.rɪŋ/
- (Limburg): /ˈvuː.rɪŋ(g)/
Woordafbreking
- voe·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voering | voeringen |
verkleinwoord | voerinkje | voerinkjes |
Zelfstandig naamwoord
voering v
- de binnenbekleding van een voorwerp [1]
- De jas was kapot, waardoor de voering eruit kwam.
- het voeren (leiden) [2]
Vertalingen
1. de binnenbekleding van een voorwerp
Gangbaarheid
- Het woord voering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'voering' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.